Big Blow

Afro Beat Congo Beach Club

Big Blow is Manu’s eerbetoon aan Fela Kuti, saxofinist en bandleider uit Nigeria. In 1976 heeft Manu Dibango met ‘Big Blow’ veel succes in de UK. Sindsdien heeft Manu Dibango met veel grote namen gewerkt, waaronder Herbie Hancock, Sly and Robbie en Bill Laswell. Fela is een charismatische man die de Afro-Beat in het westen populair heeft gemaakt. Zo statisch als Fela’s muziek is Big Blow niet; Manu houdt er van een jazzy akkoordenreeks in zijn groovy nummers te verstoppen. De Congo Beach Club doet daar nog een schepje bovenop: we trekken Big Blow door naar funky Congolese sebene.


Mambo Bado

Soukous Kenya Congo Beach Club

Congo is de reus van Centraal Afrika (meer dan 84 keer zo groot als Nederland). Aan de Oostkant vinden we Kenia. In de hoofdstad Nairobi kregen veel Congolese muzikanten voet aan de grond met hun ‘Kenian Lingala Music’. Orchestre Makassy was een van de meest populaire bands. Van het album ‘Agwaya’ spelen we de groovy meezinger ‘Mambo Bado’.


Malaika

Malaika_CongoBeachClub Soukous band

Misschien wel het bekendste nummer van Afrikaanse bodem. In ieder geval het meest gecoverd. Malaika werd voor het eerst opgenomen in 1961 door Fadhili Williams, een Keniaanse muzikant. Het nummer werd wereldberoemd door het duet van Miriam Makeba en Harry Belafonte. Zij zingen het ter gelegenheid van Kenia’s Independance Day in 1963.  Wij houden meer van het ongepolijste origineel van Fadhili. Het is een lied in het Swahili, en volgens de meeste mensen is de auteur Adam Salim, een onbekend gebleven Tanzaniaanse componist. Het verhaal gaat dat Salim het nummer schreef in 1945, voor zijn uitzonderlijk mooie vriendin Halima Ramadhani Maruwa. Haar ouders keurden de relatie niet goed, en Halima werd gedwongen om te trouwen met een rijke man. Fadhili William is de eerste geweest die het nummer heeft opgenomen.

 


Zouk La Se Sel Medicamen Nou Ni

Zouk Congo Beach Club

1979, Parijs. De Franse hoofdstad is het episch centrum voor Afrikaanse en Caraibische muzikanten met talent en ambitie. Bassist Jacob Desvarieux uit Guadeloupe vormt met een aantal landgenoten de band Kassav’. In 1985 scoren zij met “Zouk la sé sèl médikaman nou ni” een hit die grote navolging kreeg in de muziek- en dansscene in Afrika, Latijns-Amerika en de Caraiben. Zouk is nu een wijdverbreid bekend genre, en de wortel voor nieuwere genres als Zouk-love. De leden van de Congo Beach Club hebben al menig dansschoen versleten op ‘Zouk La..’. Nu geven wij er onze eigen draai aan, door de Zouk terug te brengen naar Congo met een dikke sebene. Soukous is ons medicijn!


Ba Mwen Un Tibo

Biguine Zouk Congo Beach Club

La Compagnie Créole is een andere populaire band uit Guadeloupe. Ze zijn bekend om hun aanstekelijke, feel-good meezingers. De band begint in de jaren ’80 met nummers in het Creole, maar schakelt later over naar Franse teksten. Een van hun eerste grote successen was Ba moin en tibo. De auteur van Ba Moin… is onbekend gebleven. Het is in ieder geval van Guadeloupese oorsprong, want de tekst is in het Creole: ba moin wil zeggen ‘baille moi’, dat wil zeggen ‘geef mij’ (ba komt uit het oude frans (bailler = donner), en en tibo wil zeggen ‘un p’tit baiser’, oftewel een kleine zoen. Het refrein kan dus vertaald worden als: ‘Geef mij een zoen, twee zoenen, drie zoenen, schatje, geef me alles wat je wil om mijn hart te verlichten.’ Maar gelukkig klinkt het beter in het Creole. Als je het nummer eenmaal hebt gehoord blijft het je nog dagen bij…


Doni Doni

Guinée Rumba Congo Beach Club

Uit Guinée komt Bembeya Jazz National, een groot ‘orkest’ met stergitarist Sekou “Diamond Fingers” Diabaté. Bembeya Jazz fuseert Latijns-Amerikaanse ritmes met hun rijke traditionele muziek. De band heeft verschillende tournees gedaan in Europa en de VS. In Afrika is hun ‘Doni Doni’ een populair nummer, met een filosofie die menigeen aan zal spreken: “Il est jamais trop tard” en “petit a petit, l’oiseau fait son nid”. Menig Afrikaan houdt zich aan deze motto’s, die zich vertalen als ‘Het is nooit te laat’ en ‘stap voor stap maakt de vogel zijn nest’.


Waka Waka

Waka Waka Congo Beach Club

Sam Mangwana is ontzettend populair in heel Centraal- Afrika. Deze Angolese zanger maakt faam in Kinshasa in Franco’s OK Jazz band. Mangwana heeft door heel Afrika hits gescoord. Hij zingt in het Portugees en het Frans, maar switcht net zo makkelijk naar Lingala, Swahili of een lokale taal, al naar gelang de aard van het lied en het beoogde publiek. ‘Waka Waka’ is de naam van een geldbelust meisje, en de titel van een van Sam’s bekendste nummers.


Monie

Kanda Bongo Man (‘KBM’) is een Congolese zanger die vooral in het westen zeer populair is. Sommigen noemen hem zelfs ‘the king of Soukous’! Hij tourt nog steeds door Europa, Azie, Oceanie en de VS. Zijn stijl is beinvloed door de muziek van Tabu Ley, maar meer nog door de Zouk van Kassav’. De composities van KBM zijn anders opgebouwd dan de reguliere Congolese pop-tunes, met flitsende gitaarriffs na ieder couplet bijvoorbeeld, of zelfs aan het begin van een nummer. Zijn succes is onlosmakelijk verbonden met het sublieme gitaarwerk van veelgevraagde Congolese studiomuzikanten als Diblo Dibala en Rigo Star. Van KBM spelen we ‘Monie’, een nummer over vriendschap van een van zijn eerste albums uit begin jaren ’80.


Enfant Bamileke

SaSoukous band Congo Beach Club

Les Quatre Etoiles was de eerste Congolese supergroep, opgericht in Parijs in 1982. De groep bestaat uit vier leden, die ieder voor zich al een imposante carrière achter de rug hebben: Nyboma, Wuta Mayi, Syran Mbenza en Bopol Mansiamina. Van hun eerste album onder de naam Les Quatre Etoiles spelen we een nummer van Wuta Mayi: Enfant Bamilèkè, over een knappe meid van de Camerounese Bamileke stam.


Sweet Mother

Sweet Mother Congo Beach Club

Prince Nico Mbarga is beroemd geworden met Sweet Mother, met 13 miljoen verkopen een van de best verkochte platen in de Nigeriaanse muziekhistorie. Plateauzolen en oogverblindende glamrock outfit zijn het handelsmerk van Mbarga en zijn band de Rockafill Jazz. Mbarga scoorde maar één grote hit met Sweet Mother, een ode aan zijn moeder. Prince Nico Mbarga speelde Nigeriaanse Highlife, en zong in Pidgin Engels. EMI wees Sweet Mother destijds af als ‘te kinderachtig’. Daar zullen ze vet spijt van hebben gehad! Prince Nico Mbarga was aktief in de muziek tot zijn vroege dood in 1997 door een motorongeluk. Hij was toen onderweg om zijn visum op te halen voor een tournee door 50 staten in de VS. In 2018 werd door zijn nazaten een standbeeld onthuld in Ikom. Het standbeeld staat bij de grens tussen Nigeria en Cameroun, een symbolische plek voor deze muzikale legende met een dubbele nationaliteit. Zijn ‘Sweet mother’ is door Afrikaanse BBC luisteraars verkozen tot Afrika’s favorite lied.